29 maart 2024

Debat: Passend onderwijs, ja of nee

ACHTERGROND |   Joost van Gils, directeur van de Stichting Speciaal Onderwijs Tilburg is voorstander van passend onderwijs. Presley Bergen,  bestuurslid van Beter Onderwijs Nederland, is tegen. Zij reageren op vijf stellingen. 


Stelling: Onderwijs is ook sociale integratie

Van Gils:  Jazeker en vanuit het standpunt van zorgleerlingen en hun ouders daarom een ongelooflijk belangrijk emancipatorisch principe. Je kunt je nauwelijks voorstellen wat verwijzing naar het speciaal onderwijs voor ouders en leerlingen betekent. Een simpel voorbeeld … op de school in de buurt spreek je als kind af met wie je gaat spelen of bij welk feestje je mag zijn. Als leerling van een speciale school lukt je dat niet. Je zit nog in het busje op weg naar huis en je mist de boot.

Bergen: Sociale integratie is onderdeel van een ideologisch concept. Het is wel wenselijk maar wij vinden dat dat niet afgedwongen kan  worden. Je ziet dat er nu weer een grote verandering in het onderwijs van bovenaf wordt doorgevoerd zonder dat docenten daar iets noemenswaardig over te zeggen hebben gehad. Bovendien is het de vraag of je sociale integratie alleen door passend onderwijs zou moeten en kunnen realiseren. En zal de situatie die in zo’n klas ontstaat daar werkelijk aan bijdragen?
 
Stelling: De gewone leerkracht is in staat om ook zorgleerlingen te begeleiden

Van Gils:Dat is niet vanzelfsprekend. Ik ken veel ‘gewone’ leerkrachten die op een geweldige manier met zorgleerlingen omgaan. Maar er zijn er ook die de verantwoording niet durven nemen omdat ze zich niet bekwaam genoeg voelen. Ik zie in de toekomst graag meer speciale leraren in het reguliere onderwijs met de collega’s en de zorgleerlingen aan de slag gaan. Ze leren elkaar anders naar zorgleerlingen te kijken, vertrouwen te krijgen in hoe die leerling zich ontwikkelt.

Bergen: Als Beter Onderwijs Nederland hebben we al tweehonderd mailtjes van zeer verontruste leraren gekregen. Vooral van scholen op het platteland met grote combinatieklassen. Die zien de bui al hangen. Leerkrachten zijn er niet voor opgeleid, die zijn er op de eerste plaats voor het onderwijs. En bijscholen kost veel tijd, dat doe je niet binnen een jaar, als je dat al zou moeten doen. Principieel zeggen wij dat zorgleerlingen, afhankelijk van hun handicap,  niet in een reguliere klas thuishoren. Dat is nietgoed voor hen maar ook niet voor de andere kinderen, ze komen zo allebei aandacht tekort.
Presley BergenJoost van Gils

Stelling: Een zorgleerling is beter af in het speciaal onderwijs

Van Gils:Soms wel, soms niet, je moet dat per individu bekijken. Ik ken heel wat ouders die een zucht van verlichting slaken als hun zorgenkind in het speciaal onderwijs wordt geplaatst. Eindelijk is er acceptatie, verdwijnt de sociale en cognitieve druk. Omgekeerd zien wij ook leerlingen in onze scholen die het zo goed doen dat ze beter terug kunnen naar het gewone onderwijs. Jammer genoeg gebeurt dat niet of nauwelijks.

Bergen:Jazeker, maar dan moet het speciaal onderwijs juist verstevigd worden zowel inhoudelijk als fysiek. Wij zijn voorstander van kwalitatief goed speciaal onderwijs met goede docenten en kleine klassen. Waar kinderen gelukkig worden. Deze kinderen hebben recht op een goede behandeling. Dat bepleiten wij in ons Deltaplan Onderwijs.
 
Stelling: Ouders van een zorgleerling krijgen nu een keuze

Van Gils:Dat hoop ik van harte. Ouders weten prima wat goed is voor hun zorgenkind. Wanneer ouders vertrouwen hebben in de school, ongeacht of dat een reguliere of speciale school is, versterkt dat het onderwijsleerproces enorm. Ik vrees echter dat de keuzevrijheid van ouders onder druk komt te staan door de krapte van het zorgbudget.

Bergen: Ouders kunnen nu al kiezen tussen speciaal onderwijs of regulier met rugzakje, maar in onze ogen moet de school het laatste woord houden. Een school kan op basis van de indicatiestelling wel degelijk goede redenen hebben om te zeggen dat een zorgleerling beter thuishoort in het speciaal onderwijs.
 
Stelling: Passend onderwijs kan en moet goedkoper

Van Gils:Voor mij is de vraag of ónderwijs goedkoper kan of moet. Ik vind dat op de eerste plaats een zaak van de politiek. Onze rol als professional in het regulier en speciaal onderwijs is om binnen de gegeven kaders die de samenleving bepaalt zo goed mogelijk onderwijs te bieden. Maar het moet mij van het hart dat met de aangekondigde bezuinigingen de botte bijl in het onderwijs gaat.

Bergen: Geld is niet het probleem, dat gaat nu voor een groot deel naar die hele industrie van indicatiestelling en adviseurs. Er is verschrikkelijk veel bureaucratie. Daar kan flink het mes in gezet worden. Geld wordt nu besteed waar het niet voor bedoeld is, er is geen transparantie. Er zijn nu teveel kinderen die een labeltje hebben, bijvoorbeeld ADHD, die dat niet nodig hebben. Een school krijgt dan extra budget, maar het beeld is ontstaan dat daar misbruik van gemaakt is.

[Dit artikel is ook geplaatst in het Brabants Dagblad van 1 maart 2011]
 

Deel dit artikel