29 maart 2024

Schrijversdag voor scholieren: Literatuur houdt niet op bij Couperus en Bordewijk

REPORTAGE |  Door Emma Naaijkens | Het Theresialyceum te Tilburg organiseerde voor de 21e keer schrijversdagen voor haar leerlingen, dit jaar rond het thema ‘Later’. Op dinsdag 29 maart kwamen enkele auteurs op bezoek in de NWE Vorst om de ongeveer 240 leerlingen uit 4HAVO en 4VWO te enthousiasmeren voor lezen, literatuur en schrijven.

Gespreksleider bij het ochtendprogramma is Frank van Pamelen, stadsdichter van Tilburg van 2007 tot 2009. Aan tafel zitten de auteurs d Arthur Umbgrove, Thomas Blondeau, Thomas Waterreus, Dennis Gaens en Elvis Peeters. Elk van deze auteurs heeft een eigen stijl van schrijven en uitvoeren.

Van Pamelen vraagt de auteurs hoe zij zijn gaan schrijven, of dat hun droom was. Umbgrove heeft Nederlands gestudeerd en heeft de begintijd van Comedy Train meegemaakt. Hij staat vooral op het podium met zijn teksten. Blondeau kreeg op zijn zestiende ‘last van poëzie’ en is daar nooit meer vanaf gekomen. Waterreus luisterde altijd veel naar hiphop en rap en wilde dat zelf ook proberen.
Gaens schreef teksten voor een bandje en is blijven schrijven nadat het bandje stopte. Peeters heeft altijd interesse in taal gehad en schreef vroeg al liefdesgedichten ‘in opdracht’ van zijn klasgenootjes. Ook speelt hij in een band, ‘Aroma di Amore’, zodat hij zelf verhalen kan vertellen op het podium. Kader Abdolah in theater de NWE Vorst
Zowel Thomas Blondeau als Elvis Peeters zijn ‘boekendokters’; zij schrijven boeken voor mensen met een bepaalde gemoedstoestand. Peeters vertelt dat er eens een vrouw bij hem kwam die een borstvergroting wilde; hij heeft haar het boek Borsten voorgeschreven van een Spanjaard. De leerlingen lachen.

Op de vraag van Frank van Pamelen of er iemand uit de zaal zelf schrijft, blijft het angstvallig stil. Zijn ze bang om iets te moeten voordragen voor hun klasgenoten, of schrijft er werkelijk niemand?

Stadsdichters
De auteurs zijn bezig met verschillende projecten: zo heeft Arthur Umbgrove twee boeken over zijn grootvaders uitgebracht, is Thomas Blondeau bezig met een nieuw boek en met twee bloemlezingen, Thomas Waterreus heeft net een nieuwe CD uitgebracht met Boef en de Gelogeerde Aap en is druk doende met optredens en videoclips. Dennis Gaens is sinds januari 2011 stadsdichter van Nijmegen en werkt aan een ‘graphic novel’ over zijn jeugd in Limburg. Elvis Peeters schrijft met zijn partner een nieuwe roman en treedt op met de band De Legende.
Literatuur, zo is de boodschap aan de leerlingen, is niet alleen proza en poëzie.

Op de vraag aan de zaal wie er wel eens schrijft blijft het angstvallig stil

Frank van Pamelen vraagt aan de zaal of ze nog vragen hebben. De eerste vraag is ‘Mag het boek Borsten voor de literatuurlijst gelezen worden?’, tot groot vermaak van de rest van de zaal. Niet dus. Een andere leerling vraagt waarom de partner van Elvis Peeters niet op de kaften van de boeken vermeld wordt. Peeters antwoordt dat zij dat niet wil, maar dat ze wel op de ‘Franse’ pagina van de boeken staat.

Na de pauze beginnen de workshops verspreid door het gebouw. Kader Abdolah, auteur van Boekenweekgeschenk De kraai, is ondertussen aangekomen voor het geven van een lezing. Hij heeft het over zijn dromen op vijftienjarige leeftijd: “Een bekende, beroemde, Perzische schrijver te worden” en “president van het vaderland worden”. Abdolah is in Iran geboren en hij wilde nooit daar weggaan. Helaas besloot het lot anders en Abdolah vluchtte naar Turkije. Voor duizend euro kon hij naar Nederland, het kleine landje waar het altijd regende en met een moeilijke taal die nergens anders gesproken wordt. Abdolahs dromen lagen aan diggelen. De leerlingen luisteren geboeid.
De auteurs aan tafel werden bevraagd door Frank van Pamelen
‘Typisch Tilburgs’
Ondertussen worden er in de groep van Frank van Pamelen woorden over Tilburg geroepen; zij gaan een gedicht over de stad schrijven. ‘Typisch Tilburgse’ dingen zijn de kermis, het draaiende huis, gezelligheid, Kruikenzeikers en –stad, Willem II en de kleurrijke benkskes die over de stad verspreid staan.

De groep van Thomas Waterreus gaat na een korte inleiding een rap maken met als thema ‘Later’. Er wordt een beat gekozen, er worden woorden geroepen die de beat oproept (verliefdheid, lente, mooi weer, vakantie) en de groepjes krijgen allemaal de opdracht om een couplet van zestien regels te schrijven.

Bij Thomas Blondeau is het stil. De leerlingen lezen en schrijven teksten, vragen wat aan elkaar. Zij hadden van tevoren al een tekst geschreven over het moment dat ze beseften dat ze een individu zijn en niet alleen maar broer/zus, klasgenoot, Nederlander. Ze zijn druk bezig hun teksten aan te passen.
Elvis Peeters laat de leerlingen in kleine groepjes een liedtekst over later schrijven. De leerlingen hebben een liedtekst meegenomen die ze aanspreekt. Deze tekst kan helpen om zelf te schrijven.

Eigen teksten
De leerlingen bij Arthur Umgrove beginnen net een eigen tekst te schrijven. Hij benadrukt dat de tekst niet af hoeft, dat je best in het midden van een verhaal kan beginnen en dat er vooral goed gekeken wordt op welke manier ze hun verhaal willen vertellen. Na ongeveer een kwartier vraagt Umbgrove of enkele leerlingen  al iets willen laten horen. Doodse stilte. Umbgrove wijst een leerling aan die met een ander met humor zijn toekomst over vijftig jaar beschrijft, over dertig jaar en wat zijn droom nu is.Schrijver Dennis Gaens laat leerlingen kennismaken met stiftgedichten.
Ook bij Dennis Gaens zijn de leerlingen creatief bezig. Gaens heeft ze eerst wat oefeningen met betrekking tot stiftdichten gegeven. Nu zijn ze in kranten aan het strepen. Woorden, letters, hele zinnen worden zwart gemaakt, waardoor de overgebleven woorden een gedicht vormen. Gaens vertelt dat dit een goede manier is om te dichten, zonder eigen emoties te gebruiken. Toch is er enige onzekerheid als er gevraagd wordt om voor te lezen wat er over is gebleven van het krantenartikel.

Klap op de vuurpijl
De dag wordt afgesloten met een korte presentatie van de groepen. Klap op de vuurpijl is de rap van de groep van Thomas Waterreus over later.
Het programma is geslaagd, de leerlingen zijn tevreden naar huis. Zo’n schrijversdag is een goede manier om te laten zien dat literatuur niet ophoudt bij Couperus en Bordewijk, maar zich over allerlei disciplines zich uitspreidt. Sommige leerlingen zal dat waarschijnlijk meer aanspreken dan een roman. Comedy is aan het woord geweest, rap en andere muzieksoorten, poëzie, columns… Literatuur is er altijd en overal.
En ook later zal literatuur er nog zijn, misschien wel in weer een hele nieuwe vorm gegoten.

Deel dit artikel