16 april 2024

Krimp in het onderwijs: ‘Nog niet overal leeft een gevoel van urgentie’

cbs_eben-haezer_woudrichem_foto_school_2.jpgDEN BOSCH | ACHTERGROND | De onderzoeken laten geen enkele twijfel toe: het Nederlandse onderwijs krijgt de komende jaren te maken met een dalend aantal leerlingen. Maar niet in alle regio´s zullen de effecten even scherp zichtbaar zijn, er zijn zelfs gebieden waar sprake is van een (lichte) stijging.

Een blik op een kaartje (zie onder aan dit artikel) over krimp in het basisonderwijs in het recent verschenen Onderwijsverslag 2009/2010 spreekt echter boekdelen. In veruit de meeste gemeenten loopt het aantal leerlingen terug, met name in Brabant en Limburg. Toch leeft er niet overal een besef van urgentie. Dat er een fors probleem aankomt dat lokaal dwingt tot het herijken van visies.

Concurrentieslag
“Er zijn besturen die denken dat ze de dans kunnen ontspringen door de concurrentieslag met andere besturen aan te gaan. Of die gewoon de werkelijkheid ontkennen, die de illusie hebben dat een landelijke trend aan de grenzen van hun gebied stopt. Maar dat is uitstel van executie. We hebben dat gezien in Groningen en Friesland waar ze al eerder met krimp te maken kregen. Daar zijn die besturen inmiddels van teruggekomen van het idee dat ze het zelf op konden lossen. Je ziet nu dat de besturen, ondanks hun verschillende denominaties, de samenwerking zoeken”, zegt Jan-Jos Janssen, woordvoerder van TOP! Onderwijsadvies*, een samenwerkingsverband van onderwijsadviseurs.
Janssen noemt als voorbeeld zuid-Limburg waar in sommige dorpen een kwart van de basisscholen de deuren zal moeten sluiten bij gebrek voldoende leerlingen.

TOP! Onderwijsadvies heeft recent een e-book uitgebracht waarin de adviseurs hun licht laten schijnen over de krimpproblematiek en de mogelijkheden die er in hun ogen zijn om de bedreigingen om te buigen in kansen. De krimp heeft op tal van gebieden gevolgen: werkgelegenheid, gebouwen, bereikbaarheid van voorzieningen, leefbaarheid. “Het punt is, veel scholen zijn handelingsverlegen, dit is een situatie die zich niet eerder heeft voorgedaan”, zegt Janssen. In nauwe samenspraak met de gemeente zal naar passende oplossingen gezocht moeten worden. “De lokale overheid heeft een belangrijke rol.”

Gaten
Schoolbesturen zien zich, in combinatie met overheidsbezuinigingen, plots geconfronteerd met grote gaten in hun begroting. “Ik overdrijf niet als ik zeg dat her en der besturen op omvallen staan, dat er faillissementen dreigen, Met name in het zuiden zie je dat besturen onvoldoende een antwoord hebben op de demografische ontwikkelingen ”, zegt Janssen.
In Brabant zijn al besturen in het primair onderwijs die genoodzaakt zijn fors te reorganiseren zoals Skozok en Veldvest in de regio Eindhoven.

‘We moeten jonge docenten
 perspectief bieden’

Janssen geeft als voorbeeld de effecten op de huisvestingskosten. Lokalen die leeg komen te staan, of lokalen met minder leerlingen, waarvan de exploitatielasten gelijk blijven. Maar ook onderwijskundig doen zich situaties voor waar veel leerkrachten geen ervaring mee hebben, zoals het lesgeven in combinatieklassen.

Een andere kwestie is dat de reorganisaties tot  gevolg kunnen hebben dat overwegend oudere (en dus relatief dure) leerkrachten overblijven en jonge leerkrachten werkeloos thuis zitten.

Perspectief
Het vooruitzicht voor jonge leerkrachten is niet goed, ze moeten het nu vooral van invalbaantjes hebben. Janssen: “Maar het staat wel vast dat er binnen enkele jaren een schreeuwend tekort gaat ontstaan, want een hele generatie van 55 plussers gaat met pensioen. De vraag is, laten we dit met zijn allen gebeuren of kunnen we constructies bedenken dat we die jonge leerkrachten perspectief kunnen bieden, dat ze niet verloren gaan voor het onderwijs. Dat zou rampzalig zijn.”

De onderwijsadviseurs presenteren in hun brochure niet een standaardrecept dat aan alle kwalen een einde maakt. “Lokaal verschillen de situaties, dus kun je niet met een pasklare oplossing komen. Besturen en gemeenten moeten, samen met andere organisaties zoals bijvoorbeeld de kinderopvang, rond de tafel gaan zitten. Wij zeggen dus: duik er niet voor weg”.

Geen kaasschaaf
De kaasschaaf zal niet meer helpen, er moeten echte keuzes gemaakt worden. “Dus wel nieuwe ontwikkelingen in gang zetten en soms afscheid nemen van bepaalde andere zaken. Alle voorzieningen in elk kerkdorp,  dat is niet meer van deze tijd. Dus verder kijken dan het eigen bestuur, het eigen kerkdorp. Anders red je het niet. Wij pleiten onder andere voor integrale kindcentra waarin kinderopvang, jeugdzorg, peuterspeelzalen, bibliotheek, basisonderwijs een plaats hebben. En zodanig dat het op fietsafstand van iedere dorpskern blijft.”

Een andere oplossing die de onderwijsadviseurs in petto hebben is het Slimfitprogramma, een innovatieconcept waarbij een schoolorganisatie anders wordt opgetuigd. Janssen: “Moet er in iedere onderwijssituatie wel een bevoegde leerkracht zijn? Of kun je ook op basis van samenwerking met vrijwilligers en met bekwame mensen aan de slag, waardoor  je tot andere organisatievormen kunt komen met de bevoegde leerkracht een toezichthoudende rol. Er is een aantal voorbeelden in het land, waarbij dat heel succesvol was.  Denk aan ouders, grootouders, mensen die werken in jeugdzorg en sociaal-cultureel werk.” En ook onderwijsassistenten kunnen worden ingezet.

Janssen erkent dat in deze benadering er werk door vrijwilligers wordt gedaan dat van oudsher bij professionals thuishoorde. Maar het gaat om situaties waarbij dat de enige optie is om een school in wijk of een kleine dorpskern open te houden en het alternatief sluiting zou zijn.

Regelluwte
Janssen pleit er voor dat ook de overheid bestaande opvattingen loslaat, bijvoorbeeld dat regels voor iedereen hetzelfde zijn, ongeacht de omstandigheden. “De overheid zou een regelluwte kunnen toepassen. Een voorbeeld. Voor de lumpsum wordt nu generiek een gemiddelde personeelslastberekening (GPL) gehanteerd. Besturen met veel jonge leerkrachten komen daarmee ruimschoots toe, maar besturen met veel ouder personeel redden het daarmee niet. Je zou dus kunnen bekijken of dat niet per bestuur kan variëren afhankelijk van de leeftijdsopbouw. Voor de overheid blijven de uitgaven per saldo gelijk”.

► Ga hier naar de brochure ‘Krimp is samen groeien’.

*) TOP! Onderwijsadvies bestaat uit: BCO Onderwijsadvies, Edux Onderwijsadvies, KPC Groep, Marant, Adviseurs in leren en ontwikkeling en 02 Onderwijsadvies en Stichting SROL.

Deel dit artikel