28 maart 2024

`Vmbo-scholen in Europa worstelen met dezelfde problemen´

DEN BOSCH | NIEUWS | Van 18 tot en met 20 mei komen vertegenwoordigers van vmbo-scholen uit een aantal  EU-landen in Den Bosch bijeen voor een conferentie over actuele thema’s in deze sector.
 
Jan van den Nieuwenhuizen, docent aan het Hervion College in Den Bosch, is een van de drijvende krachten achter de conferentie met de naam ‘GET-IN!’. Hij zet zich al jaren in voor internationalisering in het voorbereidend beroepsonderwijs. “Uit onderzoek in opdracht van het ministerie van Onderwijs kwam naar voren dat het toch vooral havo- en vwo-scholen waren die zich bezighielden met internationalisering en gebruik maakten van de subsidiemogelijkheden. Daaruit is het initiatief ontstaan, ook in Europees verband, om de vmbo-scholen er meer bij te betrekken.”
 
Zes jaar geleden vond de eerste GET-IN! Conferentie plaats, die enerzijds als doel heeft om mensen die werkzaam in het vmbo (in het Engels lower secundary education) in Europees verband ervaringen uit te laten wisselen. Ook leveren universiteiten en lerarenopleidingen hun bijdrage. In Nederland gebeurt dat door medewerkers van Fontys en de Universiteit van Tilburg. Tijdens de komende conferentie presenteert de UvT een Europees onderzoek naar de startkwalificaties  van docenten in dit type onderwijs.

Nederlandse scholieren voor de Rijksdag in Berlijn.
 
Drempels
Anderzijds is de Europese samenwerking bedoeld om ook vmbo-leerlingen te laten participeren in educatieve programma’s van internationalisering. Voor deze leerlingen is dat doorgaans een hogere drempel dan voor hun leeftijdgenoten op havo en vwo. Vanwege een beperkte beheersing van een  vreemde taal, maar ook door praktische zaken als het vinden van en verblijven in een gastgezin. Van de Nieuwenhuizen zou graag zien dat het tweetalig onderwijs (tto) ook in het vmbo voet aan de grond kijkt. “Het zijn nu toch vooral havo- en vwo-scholen die tto bieden.”
 
In de loop der jaren heeft Van den Nieuwenhuizen in de contacten met zijn buitenlandse collega’s gemerkt dat de vmbo-scholen, in het bijzonder het beroepsgerichte onderwijs, in alle Europese landen worstelen met dezelfde soort vraagstukken. En gebukt gaan onder een negatief publiek imago.
 
Diversiteit
“Waar wij als docenten mee te maken hebben is de enorme diversiteit in het vmbo, de uiteenlopende achtergronden van veel leerlingen. Verhoudingsgewijs veel allochtone leerlingen, kinderen met een grote taalachterstand, een concentratie van leerlingen met een problematiek. Die situatie tref je ook in het vmbo in andere landen van Europa”, zegt Van de Nieuwenhuizen.
 
Op de conferentie vertellen de vertegenwoordigers uit de verschillende landen hoe zij omgaan met de vraagstukken waar ze mee geconfronteerd worden. Nederland richt de focus momenteel erg op taal. Van den Nieuwenhuizen was vorig jaar op de conferentie die toen in Berlijn plaatsvonden en zag hoe daar sterk is ingezet op de brede middelbare school, met veel buitenschoolse activiteiten zoals huiswerkbegeleiding, maar ook sport en cultuur. “In ons land kennen we de brede school eigenlijk alleen in het basisonderwijs”, aldus Van den Nieuwenhuizen.
 
Veiligheid is een ander thema dat bij veel scholen in Europa hoog op de agenda staat. In Den Bosch geeft een school uit Stockholm een presentatie over hun aanpak waarbij de leerlingen zelf een belangrijke rol spelen.
 
► Lees hier meer over de conferentie
 

Deel dit artikel