18 april 2024

Lessen uit het verleden

 

Er zijn problemen in het onderwijs die hardnekkig zijn en waarvoor soms al vele jaren naar een oplossing wordt gezocht. In deze rubriek: Lessen uit het verleden.

 
 

Onderwijs op maat moet zittenblijven tegengaan

1956 | Het onderwijs is aan vernieuwing toe, schrijft het Katholiek Pedagogisch Centrum (tegenwoordig kortweg KPC) in Den Bosch in 1956 in een beleidsnota.  “Er zal bij het onderwijs veel meer dan tot nu toe gedaan moeten worden aan individualisatie en differentiatie, opdat ieder kind onderwijs krijgt dat het aan kan en waarvoor het geschikt is”, zegt een medewerker van het KPC op een persconferentie. […] “De maatschappelijke opvoeding, waarbij naast de staatsburgerlijke vorming ook het groepswerk een belangrijke factor is, en de zelfwerkzaamheid, die het zelf denken, zelf zoeken en zelf oplossen op de voorgrond stelt, moeten eveneens meer tot hun recht komen.”

De vorming van schoolgemeenschappen is van belang om van elkaars deskundig te kunnen profiteren. Om het zittenblijven tegen te gaan is het nodig omzoals dat nu heetonderwijs op maat te bieden. KPC kondigt in 1956 aan daarom op zes grote Ulo’s met experimenten te willen starten met individuele werkmethoden.
Andere problemen die gesignaleerd worden en die om een oplossing vragen: De aansluiting tussen het lager en middelbaar onderwijs en tussen MO en universitair onderwijs; het vaststellen van verschillendebegaafdheidstypen‘.
[Bron: De Volkskrant, 14 februari 1956]

Verbetering studierendement door contractuele afspraken
 
1986 | Veel jongeren die aan een studie rechten beginnen, zijn niet echt gemotiveerd. Ze kiezen voor een juridische studie omdat ze niks beters weten, constateert het bestuur van de juridische faculteit van de Katholieke Universiteit Brabant (nu Universiteit van Tilburg) in 1986. Dat leidt tot veel studieuitval en een laag rendement. Als oplossing van dit probleem komt de faculteit met het plan om contracten op te stellen tussen studenten en docenten. De student belooft plechtig zijn best te doen en de docent belooft goed onderwijs te verzorgen en zonodig de student extra te begeleiden.
Het effect van het plan is onbekend. In 2009 had na zeven jaar 58 procent van de rechtenstudenten een diploma behaald; de nominale studieduur is vier jaar.
[Bron: Het Nieuwsblad, 5 september 1986; Jaarverslag UvT 2009]

Instellingen pakken falen eerstejaars aan
 
1996 | Uitval en laag studierendement zijn al jaren een probleem in onderwijsland, constateren dr. J. Reinartz (verbonden aan de PTH in Eindhoven, nu Fontys) en rector L. de Klerk (Katholieke Universiteit in Brabant) in 1996. Uitvalpercentages varieren van dertig tot veertig procent.
De oorzaak: de overstap van middelbare school naar hoger onderwijs is te groot. De remedie: betere studievoorlichting en betere voorbereiding op het leerproces in het hoger onderwijs. In Brabant is, onder leiding van Reinartz, een ‘scharnierproject’ opgezet. Middelbare scholen en de instellingen van hoger onderwijs proberen het probleem gezamenlijk te tackelen. Docenten kijken bij elkaar in de keuken, er wordt informatie uitgewisseld.En scholieren moeten meer zelfstandig leren werken, omdat dat van een student in het hoger onderwijs verwacht wordt. Het studiehuis op havo en vwo (in 1998 ingevoerd) moet in de laatste voorzien.
[Bron: Brabants Dagblad en Fries Dagblad 29 oktober 1996]

 
“De universiteit zoals we die kennen, verdwijnt. Vanaf volgend jaar wordt het universitair onderwijs vervangen door driejarige opleidingen die nog het beste met LOI-curussen vergeleken zouden kunnen worden […]  ‘Vanaf 1 september volgend jaar zal er een chaos heersen waar wij uiteindelijk allemaal de dupe van zullen worden’. [Menno Lievers, docent filosofie aan de Universiteit Utrecht]
 
2001 | ‘Investeringen nodig om failliet van onderwijs te voorkomen’, [Vereniging voor het management in het Voortgezet Onderwijs]

Deel dit artikel