29 maart 2024

Rubiconbeurs voor onderzoeker Pieter Naaijkens

AMSTERDAM | NIEUWS | 29 talentvolle jonge wetenschappers gaan onderzoek doen in het buitenland dankzij een Rubiconbeurs van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).

Een van hen is wiskundige Pieter Naaijkens (29), oorspronkelijk afkomstig uit Hilvarenbeek. Hij promoveert dinsdag 15 mei aan de Radboud Universiteit in Nijmegen op het proefschrift ‘Anyons in Infite Quantum Systems. QFT in d = 2 + 1 and the Toric Code’. Zijn promotor is prof. dr. Klaas Landsman en copromotor is dr. Michael Müger. Naaijkens gaat verder als postdoc aan de Leibnitz Universität in Hannover en de hem toegekende Rubiconbeurs stelt hem in staat om voort te borduren op zijn promotieonderzoek.*

Pieter Naaijkens bezocht in Hilvarenbeek basisschool St. Adrianus en in Tilburg het St. Odulphuslyceum. Na het behalen van zijn gymnasiumdiploma begon hij aan een twinstudie natuurkunde en wiskunde aan de Universiteit Utrecht. In beide studierichtingen behaalde hij in 2007 zijn doctoraal diploma. Zijn scriptie ging over de snaartheorie.
Vervolgens begon hij als promovendus aan de Radboud Universiteit. In die periode werkte hij ook mee aan het Sprint-Up project, bedoeld om leerlingen in het voortgezet onderwijs kennis te laten maken met de bètawetenschappen.

Onderzoekservaring
Met het Rubiconprogramma geeft NWO pas gepromoveerde wetenschappers de kans om onderzoekservaring op te doen aan internationaal vooraanstaande instituten. Ervaring in het buitenland is voor veel wetenschappers een belangrijk onderdeel van hun cv. De gehonoreerden kunnen met hun financiering uit Rubicon tot 24 maanden onderzoek doen. De hoogte van de financiering is afhankelijk van de gekozen bestemming en de duur van het verblijf.
NWO ontving 240 aanvragen uit binnen- en buitenland voor Rubicon, 12% van die aanvragen kon gehonoreerd worden.

De promovendus heeft inmiddels ook een beurs van de Alexander von Humboldt-Stifting in Berlijn in de wacht gesleept.

*) Vreemde deeltjes: anyonen
Anyonen zijn een vreemd soort (quasi)deeltjes die pas recent experimenteel zijn aangetoond. Juist hun vreemde eigenschappen maken ze uitermate geschikt om kwantumberekeningen mee te doen. De onderzoekers proberen een wiskundige beschrijving van zulke deeltjes te vinden.

Deel dit artikel