29 maart 2024

Opleidingsdirecteur: ‘Hogere eisen aan ict-student mbo’

DEN BOSCH | ACHTERGROND | Als er één sector is waar veranderingen aan de orde van de dag zijn, is het de ict. Werknemers moeten zich permanent blijven ontwikkelen om bij de tijd te blijven. De dynamiek in de technologiewereld heeft ook zijn weerslag op ict-opleidingen.

 

 

 

Tekst: Emmanuel Naaijkens   Foto: Marc Bolsius

De trend is helder, zegt Bert van Strien, directeur van de ICT-Academie van het Koning Willem I College in Den Bosch. “De lat komt steeds hoger te liggen.” De gevolgen zijn nu al zichtbaar bij de ict-opleidingen op niveau 2.

De Bossche mbo-school stopt met ingang van het nieuwe schooljaar met het inschrijven van nieuwe ict-studenten niveau 2. “De behoefte aan afgestudeerden van dit niveau neemt sterk af, alleen kleine mkb’ers vragen er nog naar. Wij lopen voorop met dit besluit, maar ik voorspel dat andere ROC’s zullen volgen”, is de overtuiging van Van Strien. Ict’ers op niveau 2 doen vooral eenvoudig uitvoerend beheerswerk, zoals pc’s installeren en onderhoud.

“De hoeveelheid gevraagde kennis en ervaring neemt bijna maandelijks toe. We steken dus veel energie in de kwaliteit van onze opleidingen, de inhoud moet van een hoog niveau zijn. Daardoor kunnen ze soepeler doorstromen naar het hbo. Een deel van onze niveau 4 studenten doet dat ook en 85 tot 90 procent daarvan haalt daar een diploma.”

Directeur Van Strien hoort het ook terug van zijn adviesraad die bestaat uit vertegenwoordigers van kleine en grote it-bedrijven in de regio. “Ze zeggen het al jaren onverbloemd: er is geen behoefte meer aan laag opgeleide it-ers.” Van Strien begrijpt wel dat de conclusie pijnlijk is, want maatschappelijk gezien heeft een ROC de taak om ook jongeren met minder capaciteiten op te leiden.

Wie in de it-sector werkt moet zich voortdurend bijscholen, de ontwikkelingen gaan razendsnel. Studenten van het Koning Willem I verdiepen zich in de lesstof.

Ook voor ict-studenten op niveau 3 beginnen de seinen langzaam rood te kleuren. Hun perspectief neemt af omdat het werk op de servicedesk, waar deze afgestudeerden vooral terecht komen, op termijn vermindert. Maar omdat studenten van niveau 3 doorgaans de potentie hebben om door te groeien naar niveau 4, behouden ze uitzicht op werk. “Wij gaan bij die overstap wel het gesprek aan met de student, ze krijgen van ons een advies. We kijken dan vooral naar de beroepshouding, dat is namelijk een belangrijke succesfactor.”

Vertaalslag
In het werk van een it-er wint het vermogen om goed te kunnen communiceren aan belang. “De it-er als schakel tussen wat een klant aan software wil en wat technisch haalbaar is. Hij moet zorgen voor de vertaalslag.”
Op niveau 4 kan een student kiezen uit twee stromen: ict/netwerkbeheer en applicatieontwikkeling. “Die laatste zijn zeg maar de programmeurs. Die richting is erg populair, die jongeren zijn de hele dag in de weer met apps en denken dan ‘leuk, apps bouwen’. Maar het is een pittige opleiding, daar vergissen jongeren zich wel eens in. Ze moeten abstract leren denken en communiceren.”

Dat zoveel mbo-studenten doorstromen naar het hbo juicht Van Strien toe, maar hij plaatst er ook een kanttekening bij. “Dat zou de indruk kunnen wekken dat je met een mbo-niveau niet voldoende gekwalificeerd zou zijn. Maar dat is onzin. Het zijn trouwe werknemers, technologisch goed geschoold. Maar in de markt worden ze soms op voorhand ondergewaardeerd. Van dat vooroordeel moeten we af.”

[Dit artikel is eerder geplaatst in de onderwijsbijlage van het Brabants Dagblad en het Eindhovens Dagblad]

 

 

 

Deel dit artikel