28 maart 2024

Lekkere eikel

Beroep: Onderwijs | Aflevering 3.16

COLUMN | Elk jaar organiseren we op het roc een informatieavond voor het hbo. Een flink percentage van onze gediplomeerden op niveau 4  stroomt door en op die avond kunnen de hbo-instellingen vertellen wat zij te bieden hebben. Na afloop krijgen de voorlichters een presentje, gewoon als aardigheidje. Geen fles wijn dit jaar, maar een feestelijk zakje met 6 luxe-bonbons. Mmm.

Nu hadden niet alle voorlichters hun presentje opgehaald dus er was veel over en de volgende ochtend stonden op onze kamer twee taartdozen vol zakjes luxe-bonbons. Zeker 40 zakjes, met in elk zakje zes gesorteerde bonbons: een hoeveelheid snoepgoed waar je tanden van gaan jeuken.

Wat moet je met 240 luxe-bonbons? Dat is te veel om zelf op te eten, zelfs voor de afdeling Marketing en Communicatie. Je kunt ermee langs alle kantoren gaan, maar dan beginnen al die collega’s te mekkeren dat dit toch wel erg slecht is in verband met allerlei goede voornemens – om er vervolgens toch één te nemen. Dus?

We hebben alle zakjes in de dozen geleegd tot één overweldigende massa feestelijke chocolade en in de pauze zijn we die in de  aula aan de studenten gaan uitdelen.
Heel verschillende reacties en niet alle studenten zijn ervan gediend, blijkt. Een tafeltje vol Antilliaanse homies bekijkt de burgerlijke traktatie tamelijk minachtend en schudt de hoge pet. Een moslima informeert bezorgd of er soms alcohol in zit. Dat weet ik niet. Ze pakt de meest onschuldig ogende bonbon. Een tafeltje monteurs wenkt mij al van verre en tast gretig toe. ‘Eentje per persoon’, moet ik zelfs streng zeggen, en dan komt de tweede bonbon inderdaad terug in de stapel, zo uit die zweterige hand. Hm.

Veel bonbons hebben een fruit- of plantvorm.
‘Pakte gij mar unne paddo’, grappen de tafelgenoten van een dreadlocks-alto. Die doet dat inderdaad.
En een leuke kapster zegt argeloos en net iets te hard: ‘Mm, doe mij maar zo’n lekkere eikel’, wat tot daverend gelach leidt aan de nabijgelegen tafel met vliegtuigmonteurs.
”t Is nog geen weekend hoor’, is de netste reactie van die kant.
Ik moet ook grinniken en de kapster bloost. Dat staat haar goed.

> Vorige aflevering Doe-dag met rattenstaart

Deel dit artikel