10 november 2024

Schooldecanen op zoek naar het keuze-ei van Columbus

TILBURG | NIEUWS | Hoe kun je bereiken dat leerlingen na hun middelbare school de juiste keuze voor een studie maken. Liefst zodanig dat ze meteen op de goede plek zitten en vervolgens zonder vertraging hun diploma halen?

Het was de hamvraag op een mini-conferentie voor schooldecanen, op donderdag 24 januari op de Universiteit van Tilburg. Geen nieuwe vraag trouwens, want al vele decennia is het proces van studiekeuze onderwerp van discussie en onderzoek. Honderd jaar geleden al waren er mensen die hun brood verdienden met het geven van adviezen over studie en beroep. Het onderwerp is actueler dan ooit, al was het maar omdat de overheid graag wil dat jongeren geen foute keuzes maken.

Dat kost de schatkist teveel geld. En dus worden er maatregelen genomen om het studiekeuzeproces effectiever te laten zijn. Zoals intakegesprekken, vervroeging van de inschrijving en aanscherping (negatief) bindend studieadvies. Maar ook meer toegangseisen en als stok achter de deur het sociale leenstelsel dat er – zeer waarschijnlijk – aankomt en dat studenten laat beseffen dat studeren een serieuze aangelegenheid is.

Bezuinigingen op LOB
In het debat na afloop van een programma met workshops en lezingen, bleek wel dat er geen waterdichte methode is om een leerling naar de studie te leiden die hem of haar als een handschoen past. Loopbaanoriëntatie en –begeleiding (kortweg LOB) dat leerlingen in het voortgezet onderwijs volgen, komt wel een eind in die richting, zo werd in de zaal geconstateerd. Maar deze voorziening lijkt hier en daar op scholen prooi van gemakkelijke bezuinigingen te zijn.

Peter Huwae, voorzitter van de sectie havo/vwo van de NVS-NVL  (organisatie van decanen, mentoren en begeleiders) vertelde dat er steeds meer signalen zijn dat er uurtjes LOB worden geschrapt. En dat is volgens hem verontrustend en staat ook haaks op het beleid van de overheid om de het studiekeuzeproces te optimaliseren. Huwae heeft overigens de indruk dat er in vergelijking met een aantal jaren geleden er wel vooruitgang is geboekt en schrijft dat vooral toe in de ontwikkeling van LOB. Hij signaleerde ook dat ouders een prominentere rol spelen in het keuzeproces.

Eerlijk verhaal
En volgens Huwae is ook de studievoorlichting een stuk beter dan in het verleden. Hogescholen en universiteiten vertellen meer een eerlijk verhaal. Voorheen wilde het nog wel eens voorkomen als een bepaalde tv-serie erg populair was, zoals CSI, instellingen er prompt op inhaakten en trots melden dat zij de opleiding in huis hadden die opleidde tot onderzoekers zoals op tv. Wat natuurlijk niet zo was, tot teleurstelling van studenten.

 

 

 

 

 

 

 

• Debat over studiekeuze.

 

Hans van Driel van Tilburg University viel Huwae in dat opzicht bij. “De voorlichting is realistischer. Acht jaar geleden ging het er nog vooral om dat je als hogeschool of universiteit zoveel mogelijk binnenhaalde. Ik noem dat de corruptiefactor. Hoe meer aanmeldingen, hoe meer geld. Dat is nu in ieder geval een flink stuk minder.” Scholieren die een indruk willen krijgen van wat een studie in Tilburg inhoudt kunnen daar nu een veel beter idee krijgen. De proefcolleges die scholieren kunnen volgen zijn niet volgepropt met allerlei aardigheidjes, maar weerspiegelen een doorsnee-college. En dat studeren aan een universiteit bijvoorbeeld ook betekent dat je als student veel moet lezen.

Een echt gesprek
“En de vraag is of die boodschap uiteindelijk ook landt”, vroeg debatleider prof. Marc Vermeulen zich af. Wat in ieder geval helpt bij het maken van een keuze is een face-tot-face gesprek van de instelling met de belangstellende scholier, merkte Simone de Bruijn van studentenvakbond LSVB op. “Er zijn tal van keuzetests te vinden op internet, maar die kunnen niet op tegen een echt gesprek.”

In het debat werd ook uitvoerig ingegaan op het cultuurverschil tussen de middelbare school en de hogeschool of universiteit. “Eerstejaars studenten gedragen zich alsof ze nog steeds op de middelbare school zitten. Dat hoor je zelfs in hun woordgebruik. Ze hebben het over ‘school’ en over ‘lessen’ in plaats van colleges. Het liefst hebben ze dat je als docent precies vertelt wat ze moeten leren, wat er in het tentamen gevraagd wordt”, aldus Van Driel.

Verschoolsing universiteiten
Dat mogen de universiteiten zich dat ook zelf aanrekenen, meent Van Driel. “We zijn als hoger onderwijs heel erg aan het verschoolsen. De universiteit van tegenwoordig is een onderwijsorganisatie, maar het zou een leergemeenschap moeten zijn.” Een gemeenschap waarin studenten onderdeel zijn van relatief kleine eenheden, zodat er een band kan ontstaan tussen docent en studenten. Nu komt het te vaak voor dat studenten niet gekend zijn, en verloren lopen. “Eigenlijk is het simpel. Als we meer een leergemeenschap zijn dan zal ook de studieuitval afnemen”, besloot Van Driel.

Leerlingen meer zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid bijbrengen was een van de doelstellingen van de vernieuwde Tweede Fase (annex Studiehuis) op havo/vwo. Maar dat is veel scholen niet of nauwelijks uit de verf gekomen, merkte Vermeulen op. Hij kwam nog wel met een idee uit de VS op de proppen. Daar lopen scholieren niet een middagje mee op een hogeschool of universiteit, maar ze trekken een week lang op met een student. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. “Ze gaan ook mee de kroeg in en komen er dan achter wat het betekent als je ’s morgens weer in de collegezaal moet zitten. Dat zijn leerzame ervaringen.”

Deel dit artikel