DEN BOSCH | NIEUWS | De digitale schoolborden zijn niet meer weg te denken in het Nederlandse onderwijs. De traditionele krijtborden zijn in recordtijd massaal gedumpt, er is waarschijnlijk geen school die niet over minstens één digibord beschikt.
Met name in het basisonderwijs, en in iets mindere mate het voortgezet onderwijs, is deze technologische vernieuwing met veel enthousiasme omarmd. Maar paradoxaal genoeg heeft het digibord nauwelijks gezorgd voor didactische vernieuwing, c.q. uitbreiding van het didactisch repertoire. Eigenlijk is het op veel plekken business as usual. In plaats van een krijtje hanteert de leerkracht een smartpen.
Dat de digitale revolutie in het onderwijs zich slechts langzaam voltrekt bleek al eerder uit de jaarlijkse rapportages van Kennisnet in de ‘Vier in balans monitor’. En het zijn niet alleen de leerkrachten die zich schoorvoetend op het digitale pad begeven, ook een flink deel van de leerlingen is er niet echt voor te porren. Volgens Kennisnet klopt het beeld niet dat jongeren van nu de internetgeneratie vormen.
Traditioneel
Ook in publicatie van KPC Groep ‘Digitale schoolborden in de praktijk’ komt naar voren dat veel docenten nog allerminst vertrouwd zijn met alle ins and outs van de smartborden. En gek genoeg is een deel van de verklaring dat het gebruik van een digibord juist de rol van de traditionele, instructiegerichte docent bevestigt. Het enige verschil is da hij of zij een met een klik een rijk gevulde informatiebox kan openen.
KPC onderzocht in opdracht van de overheid hoe docenten in het voortgezet onderwijs zover zijn te krijgen dat ze digiborden écht inzetten in het primaire proces. Dat gaat pas lukken als ze een draai maken van leren óver ICT naar leerlinggeoriënteerd onderwijs, waarbij geleerd wordt met behulp van computers. De stimuleringsmaatregelen waren tot nu toe vooral op gericht op technologische, materiële en organisatorische factoren gericht, schrijven de onderzoekers van KPC (John van Dongen, Evelien Loeffen en Harm van Son).
Gedrag docenten
Maar de aandacht zou zich veel meer moeten richten op het gedrag van docenten. Maatregelen die op de docent als persoon zijn gericht hebben veel meer effect, dan maatregelen die gaan over de randvoorwaarden. Want per saldo bepaalt de docent zelf of hij het digibord inhoudelijk inzet in lessen, of alleen als een handig apparaat. De onderzoekers halen in dit verband een Amerikaanse gezegde aan: ‘Je kunt een paard wel naar de drinkbak leiden, maar je kunt het niet dwingen om te drinken’.
In de publicatie van KPC Groep is een stappenplan opgenomen om te bereiken dat de docenten de meerwaarde van een digibord gaan benutten in hun dagelijkse klassenpraktijk. De rol van de schoolleider is daarin cruciaal, onder ander door goed voorbeeldgedrag te vertonen.
> Ga hier naar de site van KPC Groep.